De zorgplicht van de assurantietussenpersoon heeft in het afgelopen decennium geleid tot een grote hoeveelheid jurisprudentie. Als een tussenpersoon voor de beoordeling van het risico niet over voldoende of juiste gegevens beschikt, kan van hem onder omstandigheden worden verlangd dat hij zich in het belang van de verzekeringnemer actief informerend opstelt, zo overwoog het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden nog op 14 juli 2015 (ECLI:NL:GHARL:2015:5286).
Ook in een zaak waarover de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 september 2015 heeft geoordeeld lees verder stond de actieve behartiging van de belangen van de klant centraal. Kon de klant verlangen van de assurantietussenpersoon dat deze de klant had moeten wijzen op de noodzaak van een uitgebreidere dekking tegen aansprakelijkheid?
Een producent van stickers met barcode had een fout gemaakt, waardoor een orchideeënkweker bedrijfsschade opliep. Als gevolg van de fout waren de teeltvazen, waarin de orchideeën moesten groeien, bedrukt met foutieve stickers, waardoor fouten in het kweekproces optraden. Als gevolg daarvan werden de orchideeën overrijp en onverkoopbaar of verstrengelden in elkaar en vielen op de grond.
Van een beschadiging in de zin van onder de AVB gedekte zaakschade was echter geen sprake, zo had de rechter al eerder bepaald in een door de stickerproducent tegen zijn verzekeraar AEGON aangespannen procedure.
Dus (!) werd vervolgens de assurantietussenpersoon van de stickerproducent aangesproken. Die was immers uit eerdere schadevoorvallen ermee bekend dat de dekking van de AVB van de stickerproducent tekortschoot en had een ruimere dekking moeten bewerkstelligen, althans daarover -proactief – moeten adviseren.
De Rechtbank oordeelde echter dat de assurantietussenpersoon in zijn zorgplicht niet tekortgeschoten is. Het hangt, aldus de Rechtbank in overweging 3.4, immers van de omstandigheden van het geval af wat in het kader van de op de assurantietussenpersoon rustende zorgplicht jegens de etikettenproducent mag worden verwacht, als het gaat om het bewaken van diens belangen bij de in het geding zijnde aansprakelijkheidsverzekering. Uit eerdere gevallen die door de Rechtbank nauwkeurig geanalyseerd worden, viel niet af te leiden dat de assurantietussenpersoon had meegedeeld dat de AVB-polis afdoende dekking bood. Bovendien had de assurantietussenpersoon aangevoerd dat de onderhavige aansprakelijkheidsverzekering toereikend was, omdat de producent algemene voorwaarden hanteerde. Die voorwaarden sloten aansprakelijkheid voor niet onder de polis gedekte schade uit. De assurantietussenpersoon, zo overweegt de Rechtbank, had wel in actie gekomen moeten zijn (ten minste bestaande uit onderzoek naar de mogelijkheden van een uitgebreidere dekking), indien de stickerproducent aan de assurantietussenpersoon te kennen had gegeven, ondanks haar algemene voorwaarden, toch een uitgebreidere dekking te wensen.
Conclusie: ook in deze zaak stond de aard en omvang van de proactieve rol van de assurantietussenpersoon weer ter discussie. Omdat de assurantietussenpersoon zijn zaakjes goed voor elkaar had en omdat hij wist dat de omvang van de aansprakelijkheid van de klant door de algemene voorwaarden genoegzaam was beperkt, ging hij vrijuit. Ook dit vonnis leert weer dat assurantietussenpersonen er verstandig aan doen bij hun klanten, en zeker die uit de maakindustrie, de door deze gehanteerde algemene voorwaarden nadrukkelijk in de advisering te betrekken.